De boerenplaats was bedekt met een kleurrijke massa vee. De koeien, schapen en geiten stonden rustig te grazen in de groene weide. Maar tussen al dat vee stonden ook letters verstopt. De boer had een puzzel bedacht voor zijn kinderen, om hun taalvaardigheid te testen.
De kinderen keken verbaasd naar de vreemde opstelling van de dieren en begonnen met het ontcijferen van de letters. Ze liepen van koe naar schaap en van geit naar kip, op zoek naar de juiste volgorde van de letters. Het was een uitdagende puzzel, maar de kinderen waren vastbesloten om hem op te lossen.
Na een tijdje puzzelen en nadenken, slaagden de kinderen erin om de letters in de juiste volgorde te zetten. De boer keek trots toe en gaf de kinderen een beloning voor hun inspanningen. De kleurrijke massa vee had hen niet alleen vermaakt, maar ook hun taalvaardigheid verbeterd.