Radioactiviteit is een natuurlijk fenomeen dat wordt veroorzaakt door de instabiliteit van atoomkernen. Wanneer een atoomkern te zwaar is of te veel energie bevat, kan het spontaan vervallen en straling uitzenden. Deze straling kan schadelijk zijn voor levende organismen en wordt daarom gemeten in eenheden om de blootstelling te kunnen beoordelen.
De eenheid van radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Een becquerel staat voor één verval per seconde. Dit betekent dat een radioactieve stof met een activiteit van 1 Bq één atoomkern per seconde zal vervallen.
Naast de becquerel wordt ook vaak de curie (Ci) gebruikt als eenheid van radioactiviteit. Eén curie staat gelijk aan 3,7 x 10^10 becquerel. Deze eenheid werd vroeger veel gebruikt, maar is tegenwoordig minder gangbaar.
Het is belangrijk om de eenheid van radioactiviteit te begrijpen en te kunnen omrekenen, vooral in situaties waarin blootstelling aan straling een rol speelt. Door de activiteit van radioactieve stoffen te meten en te controleren, kunnen risico's worden beheerst en de veiligheid van mens en milieu worden gewaarborgd.