Op 9 augustus 1891 maakte de Duitse ingenieur Otto Lilienthal voor het eerst een succesvolle zweefvlucht. Lilienthal wordt vaak beschouwd als de "vader van de luchtvaart" vanwege zijn baanbrekende werk op het gebied van zweefvliegen.
Lilienthal was geïnspireerd door de vlucht van vogels en geloofde dat menselijke vlucht mogelijk was door het nabootsen van hun vleugels. Hij ontwierp en bouwde verschillende zweefvliegtuigen, die hij testte door van heuvels af te springen en korte vluchten te maken.
Op die historische dag in 1891 slaagde Lilienthal erin om meer dan 25 meter te zweven, wat destijds een indrukwekkende prestatie was. Zijn experimenten en successen zouden later van onschatbare waarde blijken te zijn voor de ontwikkeling van de moderne luchtvaart.
Helaas kwam Lilienthal in 1896 om het leven tijdens een crash met een van zijn zweefvliegtuigen. Ondanks zijn tragische einde, wordt zijn bijdrage aan de luchtvaart nog steeds herinnerd en geëerd door vliegtuigliefhebbers over de hele wereld.