Er was eens een monster met een grote grendel,
Die zijn hart had opgesloten in een koude burcht.
Hij verstopte zich diep in het donkere woud,
Waar niemand zijn eenzaamheid ooit aanschouwde.
Maar op een dag kwam er een dappere held,
Die de grendel wist te openen met een sleutel van goud.
Het monster keek verbaasd en ontroerd,
Want zijn hart werd plotseling weer warm en vertrouwd.
Samen trokken ze door het betoverde land,
Waar avonturen en vriendschap op hen wachtten.
Het monster leerde liefde en geluk kennen,
En de held vond een metgezel voor al zijn nachten.
Zo eindigt dit verhaal van het monster en de grendel,
Die samen een nieuw hoofdstuk schreven in hun bestaan.
Want soms moet je de moed hebben om te breken,
En je hart open te stellen voor een nieuw begin.